Vogels voederen
In de winter geraken vogels moeilijk aan voedsel. Vogels hebben dan juist extra veel energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Insecten zijn verdwenen en bessen vaak al op. Regen en sneeuw maken het de vogels moeilijk om bij hun voedsel te komen. Het bijvoederen van vogels in de winter is bij veel mensen dan ook een populaire bezigheid. Niet alleen help je de vogels om barre tijden door te komen, je krijgt er een schitterend schouwspel voor terug! Vogels die vaak verscholen blijven of in een flits voorbij vliegen, laten zich nu gemakkelijk bekijken
Voedertips
- Vogels voederen met zaden, mag op bescheiden schaal het hele jaar door.
- Vogels voederen is pas echt nodig als het vriest of sneeuwt.
- Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends en tegen het einde van de middag.
- Overdadig voederen kan muizen en ratten aantrekken.
- Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt. In de kaas en het brood dat je voedert zit al meer dan genoeg zout.
- Voeder zeker geen margarine of boter, die werken als laxeermiddel.
- Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voeder je best als geheel en niet in kleine stukjes.
Voederhuisje of voederplank
Het voordeel van een overdekt voederhuisje is dat het voeder beschermd is tegen regen en sneeuw. Een open voederplank daarentegen heeft weer het voordeel dat ze makkelijk toegankelijk is. Een open voederplank moet opstaande randen hebben van enkele centimeters. Openingen op de hoeken zorgen voor de afvoer van regenwater. Een geschikte voederplaats is in de buurt van struiken of een haag, zodat vogels bij gevaar snel een veiliger plek kunnen vinden!
Wat eten vogels
- Merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster en spreeuw
Brood, gewelde krenten en rozijnen, kaasresten, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, gekookte aardappelen. Op de grond, sneeuwvrij, een open plek met beschutting dichtbij.
- Koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees en staartmees
Vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten. Op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.
- Specht, boomklever en boomkruiper
Ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten, kaas zonder korst. Eventueel vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plek.
- Huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep en groenling
Bruin brood, onkruidzaden, gemengd strooizaad, etensresten, zonnebloempitten. Op de grond, voedertafel, voederbuis.
- Winterkoninkje, heggenmus en roodborstje
Universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout. Op de grond, sneeuwvrij, mag ook beschut onder heggen en struiken.