Vanaf juli kan je herfstkrokussen (crocus speciosus) planten. De herfstkrokus bloeit uitbundig in het najaar. Je kan hem in het gazon aanplanten of in potten.
Voor rotstuintjes kan je ook gele stenbergia of stenbergia lutea aanplanten. Ook diverse soorten herfsttijloos of colchicum kun je in potten of in de tuin voorzien.
Vlijtig liesje of siertabak zijn ideale planten voor opvulling voor een schaduwrijk plekje .
Hoge vaste planten hebben steun nodig.
Een kamerhortensia mag je nu planten in de volle grond. De eerste winter kan je de plant best ook wat bescherming geven.
Sommige waterlelies zijn ook geschikt voor een kleine waterpartij in een ton of kuip op het terras. Gebruik soorten die je 20-30cm diep moet plaatsen zoals nymphaea 'pygmaea'-soorten bv: 'alba', 'rubra', 'hevola'
Snoeien
Bij rozen, de uitgebloeide bloemen verwijderen.
Planten uit de rotstuin zoals phloxen, zonneroosjes, arabis, aubrieta kun je terugknippen.
Blauwe regen bijknippen. De jonge, eenjarige twijgen mag je het hele seizoen door terugknippen. Je kan ze tot bij de stam wegsnoeien om deze te laten verhouten of je kort ze tot zo’n 10cm bij de stam in.
Bij eenjarigen in potten de uitgebloeide bloemen verwijderen.
Uitgebloeide clematis-soorten kunnen gesnoeid worden.
De druivelaar begint met het aanmaken van trossen. Knip de zijranken zodat je per rank twee tot drie trossen overhoudt. Knip ook bladeren boven de trossen zodat ze volop van de zon kunnen genieten.
De sierpeer pyrus salicifolia is een boompje dat snel groeit en waarvan de dunne takken wat wild kunnen uitgroeien. Hou hem in model met een heggenschaar.
To do
Uitgebloeide bloemen wegknippen bij doorbloeiende rozen. Bij eenmaal bloeiende rozen mag je ze laten staan zodat ze bottels kunnen vormen. Na de bloei mag je de rozenstruiken ook wat extra meststof geven. Na de bloei mogen ook de pioenrozen extra meststof krijgen.
Baardirissen kunnen na de bloei gemakkelijk vermeerderd worden door de wortelstokken te delen.
Vroegbloeiende planten zoals primula en aubrieta kunnen nu worden gedeeld en opnieuw geplant.
Vang zoveel mogelijk regenwater op.
Na hevige regenbuien de onderschotels controleren en het teveel aan water verwijderen.
Tijdens een warme droge periode kan zich een harde droge korst vormen die geen water doorlaat. Met een hark kan je deze laag regelmatig breken zodat het water met de voedingsstoffen in de bodem kan dringen.
De border mag je extra voedsel geven.
Blijf ook onkruid wieden.
Bladluizen bestrijden
Rondom aardbeiplanten stro leggen om te voorkomen dat de vruchten vuil worden.
Voorzie steunmateriaal bij hoog groeiende vaste platen. Ook dahlia's, gladiolen kunnen steun nodig hebben.
Planten in bloembakken om de twee weken extra voeding geven.
Verwijder regelmatig uitgebloeide bloemen.
Verwijder bij vaste planten uitgebloeide bloemen (tenmisnte van soorten waarvan je geen zaad wenst te oogsten). Vooral ook bij euphorbia soorten zoals e.characias en e.robbiae
Schadelijke en nuttige insecten zijn nu actief in de tuin. Honingbijen verzamelen volop nectar. Hou hiermee rekening als je schadelijke insecten wilt bestrijden.
De border kan meststof gebruiken. Vooral als je tuiniert op een lichtere grond want voeding in een dergelijke bodem spoelt snel uit.
Bij floxen kan je de bloeiperiode manipuleren door de stengels een stuk in te korten. Hierdoor zullen de planten zich vertakken en rijker bloeien. Floxen zijn ook gevoelig voor meeldauw!
Onkruid onder controle houden. Regelmatig schoffelen.
Tulpenbollen waarvan het loof volledig is verdroogd, mag je uit de grond halen en droog bewaren.
Zolang de narcissen voldoende bloeien, hoeven ze niet gerooid te worden.
Voorzie een drinkbakje in de tuin voor de vogels en ververs het water regelmatig.
Vijver
Knip regelmatig de uitgebloeide bloemen bij de waterlelies zodat ze niet aangetast worden door de leliekever. De larven zuigen aan de binnenzijde van de bladeren waardoor bruine vlekken ontstaan. Bestrijding is niet mogelijk. Knip aangetaste bladeren zo snel mogelijk weg.
Teveel aan planten in de vijver verwijderen, kroos verwijderen.
Het vijverwater kan nu sterk opwarmen, waardoor zuurstofgebrek kan ontstaan. Plaats eventueel een luchtpompje.
Door de opwarming van het water neemt ook de kans op algen toe. Draadalgen kan je makkelijk met een stokje verwijderen. Zweefalgen vormen een groter probleem.
Door teveel voeding voor de vissen kunnen ook algen ontstaan.
Regelmatig het waterpeil van de vijver controleren en indien nodig bijvullen.