De natuur heeft in ons wezen de zaden der deugden gelegd - Marcus Tullius Cicero

Gazon

tuinexpertJe kan heel het jaar door gazon zaaien behalve in putje winter. Je kan gazon zaaien in de lente (als de nachtvorst voorbij is ) en in het begin van de herfst. Als je in de lente gazon zaait moet je er rekening mee houden dat het onkruid in volle ontwikkeling is en het jonge gras kan overwoekeren. Het meeste onkruid verdwijnt wel na enkele maaibeurten. De nazomer of het begin van de herfst (van 15 augustus tot eind oktober) is de beste periode om gazon aan te leggen. De grond is dan nog voldoende opgewarmd en het onkruid is weinig actief. Bij een vroege winter kan de vorst de groei van het jonge gras wel in de kiem smoren. Klik op de volgende link voor een tuincentra waar je terecht kan voor alles voor uw gazon!

Onkruid verwijderen

Wanneer je grond onkruidvrij wilt maken moet je ervoor zorgen dat het zonlicht niet tot de bodem geraakt. Bedek de grond met een donker plastic zeil. Na een tijdje zal al het onkruid verdwenen zijn.

Grond voorbereiden

Eén week voor het zaaien moet je de grond omgespitten tot op een diepte van 20 tot 25 cm . Als je een oude gazon vervangt moet je de oude gazon goed onderwerken. Voor kleinere oppervlakken gebruik je een spade. Voor grotere oppervlakken gebruik je een frees (motorploeg met draaifrees). Verwerk meteen ook de nodige grondverbeteringsproducten zoals humus, turf, kalk, klei en meststoffen. Na het omspitten breek je de kluiten met een klauw en verwijder je alle afval en stenen. Werk met een hark alle niveauverschillen en oneffenheden weg, en rol de grond aan met een tuinrol. Doe dit als de grond droog is en bij mooi weer. Ga terug op zoek naar stenen, verwijder deze, hark het oppervlak opnieuw aan en egaliseer de bodem opnieuw. Doe dit verscheidene keren. Het is belangrijk dat de grond tot op een diepte van 2 à 3 cm goed fijn is.

Zaaien

Gebuikt een zaadmengsel dat aangepast is aan de grondsoort en aan het toekomstig gebruik van het gazon. Er bestaan speciale zaadmengsels voor schaduwtuinen en voor tuinen met intensief gebruik. Er bestaan ook variëteiten gras om de tolerantie van je gazon te verbeteren. Kies voor een sportgazon of speelgazon als het gazon intensief gebruikt zal worden. Kies voor een mengsel met fijnere grassoorten voor een siergazon. Je zaait best op mooie, windstille dagen. De ondergrond mag wel een beetje vochtig zijn, maar niet te nat. Op te natte grond zal het gras moeilijk aanslaan. Je houdt best de weersverwachting in het oog. Ideaal is dat er regen volgt na het zaaien. Zaaien met een droogteperiode in het vooruitzicht is niet aan te raden.

Ga eerst met een hark oppervlakkig over het terrein, zodat de grond de zaadjes straks goed opneemt. Vervolgens meng je het zaad in de zaaidoos of zaaizak. De aanbevolen hoeveelheid graszaad schommelt rond de 3 à 4 kilogram per are (dat is 100 m2). Verdeel het zaad in twee gelijke delen en zaai de ene helft door in de breedte over het zaaibed te lopen, de andere helft door in de lengte over het zaaibed te lopen. Markeer het perk om te voorkomen dat je meermaals op dezelfde plaats zaait. Om mooi gelijkmatig te zaaien gebruik je best een meststoffenwagentje. Je kan een groter terrein ook verdelen in gelijke stukken en je kan telkens een gelijke hoeveelheid zaad in zaaien. Hark de zaadjes voorzichtig in met een beetje aarde (minder dan 1 cm) en rol de bodem licht aan. Daarna besproei je de bodem met een nevelregen. Bij droog weer hou je de bodem vochtig (tot op 5 cm diepte) door elke dag water te vernevelen.

Maaien

Na een periode van 1, 2 tot 3 weken (afhankelijk van het gebruikte zaadmengsel) zal het gras opschieten. Vooral in het najaar, wanneer de grond nog warm is, kan dit snel gaan. Wanneer het gras een 5 cm hoog is, mag je gerust nog eens over het gazon rijden met de tuinrol om de grond flink aan te drukken. Wanneer het gras 10 cm hoogte is, mag je de eerste maal maaien. Doe dit met een heel scherp mes tot op een hoogte van 5 à 6 cm. Na een eerste maaibeurt kan je nog eens rollen, voor een optimaal contact tussen de wortels en de bodem. Nadien maai je het gras op 1/3de van de totale hoogte. I
In de lente maai je best eenmaal per week, in de zomer om de twee weken, en dan opnieuw tot eind september eens in de week. In november maai je het gras op een hoogte van 5 à 6 cm, zodat het gazon de nodige energie kan opslaan voor de winter. Om je gazon mooi groen te houden, bemest je het twee tot drie keer per jaar met een langzaam werkende meststof.

 

Onderhoud

Zorg voor mooi afgewerkte boorden. Met een kantafsteker of spade maak je de boorden recht. Het gras knip je bij met een schaar of trimmer. Als je een gewone grasmachine gebruikt, verwijder je het gemaaid gras meteen, via de opvangbak van de maaier of met de gazonbezem. Zoniet zal er een steeds dikker wordende viltlaag ontstaan tussen het gras en zal je het gazon regelmatig moeten verticuteren. Kies je voor een grasmachine die kan mulchen, dan moet je het gras niet opruimen. dat wordt zo fijn versnipperd en terug in het gazon geblazen dat het nagenoeg onzichtbaar is. Het maaisel zal niet zorgen voor vervilting, maar integendeel composteren. Je maait en bemest zo in één keer.

Verticuteren

Een oudere gazon moet je verticuteren om afgestorven gras, mos en maairesten uit het gazon te verwijderen en het grasperk gezond te houden. Verticuteren doe je best in de lente. Indien je gazon geen last heeft van mosvorming kan je in plaats van te verticuteren organische meststoffen met composteringsbacteriën toevoegen. Deze zetten het afgestorven mos en de grasresten om in vruchtbare humus die op zijn beurt het gazon extra voedt en luchtiger maakt.